Feiten De werknemer was via een uitzendbureau werkzaam als bagage-/platformmedewerker op Schiphol. Op 7 december 2007 is hij op staande voet ontslagen nadat KLM Security Services had vastgesteld dat hij zich schuldig had gemaakt aan diefstal uit bagage en postzakken. KLM heeft ook aangifte gedaan. In eerste aanleg is de werknemer door de rechtbank strafrechtelijk veroordeeld, maar in hoger beroep is hij alsnog vrijgesproken. In de arbeidsrechtelijke procedure staat de vraag centraal of, nu geen sprake is van diefstal in strafrechtelijke zin, er wel voldoende grond was voor het ontslag op staande voet.
Oordeel kantonrechter De kantonrechter acht het ontslag op staande voet rechtsgeldig. De werknemer heeft in strijd met de geldende regelingen bagage en postzakken meegenomen naar een donkere en afgelegen plek en heeft deze bagage en postzakken geopend en doorzocht. Deze handelwijze rechtvaardigt het ontslag op staande voet. Het is niet noodzakelijk dat komt vast te staan dat tevens sprake is van diefstal in strafrechtelijke zin.
Oordeel hof In hoger beroep bekrachtigt het hof het oordeel van de kantonrechter.
Hoge Raad Ook de Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep. Het strafrechtelijke begrip ‘diefstal’ wordt gebruikt in de ontslagbrief, betekent niet dat de werkgever moet bewijzen dat sprake is geweest van diefstal in strafrechtelijke zin. In onderhavige zaak rechtvaardigt het op een donkere en afgelegen plek openen en doorzoeken van de bagage en postzakken het ontslag op staande voet en hoeft niet tevens vast te staan dat de werknemer zich daadwerkelijk spullen heeft toegeëigend. Zie ook het arrest van de Hoge Raad in de zaak Autocentrum Zuid Nederland, waarin de Hoge Raad eveneens oordeelde dat het feit dat in de ontslagbrief de strafrechtelijke term ‘diefstal’ was gebruikt, niet tot gevolg had dat de werkgever de bestanddelen van de strafrechtelijke delictsomschrijving moest bewijzen.
Waar het om gaat is of het de werknemer onmiddellijk duidelijk kan zijn op welke grond hij wordt ontslagen. Daarbij geldt dat, ook als er in strafrechtelijke zin geen sprake is van diefstal, er nog steeds ruimte kan zijn voor ontslag op staande voet in arbeidsrechtelijke zin, bijvoorbeeld bij een ernstige overtreding van bedrijfsregels of zodanig handelen dat de werkgever geen vertrouwen meer in de werknemer hoeft te hebben. In dit geval heeft er bij de werknemer, gelet op de omstandigheden van het geval, geen twijfel over kunnen bestaan op welke grond hij is ontslagen. De ontslaggrond was dus voldoende duidelijk en is ook onverwijld meegedeeld.
Wordt u ook geconfronteerd met een ontslag op staande voet, raadpleeg dan onmiddellijk de Rijdende Advocaat !
Vindplaats Hoge Raad 23 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2994