De kantonrechter vernietigt het ontslag op staande voet van een verkoop/kassamedewerker bij een supermarkt die een hap uit een donut heeft genomen. Ontbinding is wel gerechtvaardigd, waarbij aan de werkneemster een halve transitievergoeding toekomt.
Feiten Op 17 januari 2017 heeft de werkneemster een hap genomen van een donutbroodje dat zij niet had aangekocht. Naar aanleiding hiervan heeft werkgeefster haar op staande voet ontslagen. De werkneemster verzoekt om vernietiging van het ontslag en werkgeefster heeft voorwaardelijke ontbinding verzocht.
Beoordeling kantonrechter Ontslag op staande voet De kantonrechter acht het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig. Weliswaar heeft de werkneemster op grove wijze de huisregels van werkgeefster geschonden en heeft werkgeefster er groot belang bij om deze huisregels strikt toe te passen, maar daar staat tegenover dat de werkneemster gedurende zeer lange tijd voor werkgeefster heeft gewerkt (17 jaar) en zij bij een ontslag op staande voet zal zijn aangewezen op een bijstandsuitkering, waarop een sanctie zal worden toegepast, hetgeen ingrijpende gevolgen voor haar zal hebben in haar positie van alleenstaande ouder.
Gelet op haar eenzijdige arbeidsverleden zal het ook niet eenvoudig voor haar zijn een andere, vergelijkbare baan te vinden. Daarbij komt dat, uitgaand van een terecht ontslag op staande voet, toewijzing van de vordering van werkgeefster tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding in de rede zou liggen, wat de financiële gevolgen voor de werkneemster nog groter zou maken.
Ontbinding en 50% transitievergoeding Er is wel grond voor – onvoorwaardelijke – ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens ernstige verwijtbaarheid van de werkneemster. De werkneemster heeft daarom in beginsel geen recht op de transitievergoeding. De kantonrechter ziet echter reden om de werkneemster met toepassing van artikel 7:673 lid 8 BW 50% van de transitievergoeding toe te kennen, nu de werkneemster weliswaar een grove fout heeft gemaakt, maar het wel om een eenmalige fout gaat en deze in de privésfeer voor haar ernstige consequenties zal hebben. Rechtbank Noord-Holland 23 maart 2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:2592
Opmerking Rijdende Advocaat:
Opvallend is dat de rechter in de hier genoemde uitspraak het moeten betalen door de werkneemster van de gefixeerde schadevergoeding als één van de elementen noemt die het ontslag op staande voet niet gerechtvaardigd maken. Het is voor werkgevers dus aan te raden om zorgvuldig af te wegen of men wel of geen aanspraak wil maken op de gefixeerde schadevergoeding bij een ontslag op staande voet. Het kan de gevolgen van het ontslag net te ingrijpend maken.